De imagostrijd over het kabinet
Sinds Vak K weer gevuld is, is er ook een nieuwe imagostrijd gaande: het gezicht (ethos) van het nieuwe kabinet.
Voor de betrokken partijen is dit een belangrijk punt, want de beeldvorming bepaalt voor een groot deel ons sentiment, wat onontbeerlijk is om de publieke opinie voor zich te winnen. Dus voor de oppositie is het minstens even aantrekkelijk om dit kabinets-ethos te beschadigen. We hebben wat pogingen (frames) op een rij gezet, om inzicht te geven wat de mogelijkheden zijn.
Mooie gezichten
De nieuwe premier Rutte neemt duidelijk stelling in, de ministers in het nieuwe kabinet zijn geselecteerd op know how: ‘We hebben de ploeg ook zo samengesteld: met mensen die dat kunnen, die met een open mind de Kamer tegemoet zullen treden.’ Het beeld dat hij schetst is dat van mensen die al lang meedraaien en veel hebben meegemaakt: zij zullen het beste weten hoe een crisis aangepakt moet worden. Wel een beetje vreemd dat hij benadrukt dat dit met een ‘open mind’ zal gebeuren, dat lijkt in eerste instantie te wringen met de ervaring die hij zo voorop stelt. Een ‘open mind’ komt immers vaker van nieuwelingen of buitenstaanders.
Natuurlijk is het CDA er snel bij om de beeldvorming over het kabinet te beïnvloeden: ‘Het bevat naast een aantal vertrouwde (…) ook een groot aantal nieuwe. Bij alle bewindspersonen gaat het om mensen met een goede staat van dienst en veel ervaring’. Aha, vertrouwde gezichten. Het zijn dus mensen die zich al bewezen hebben en dus vanzelfsprekend opnieuw welkom zijn. Op deze manier zet het CDA de hoge leeftijden van de ministers op positieve wijze in.
Behoefte om te dopen
De beste manier om het kabinet toch van een plakkend imago te voorzien is het bedenken van een goede bijnaam: Elsevier verzamelde allerlei pogingen: Kabinet Bruin (verguisd om de WOII verwijzing), Kabinet Kukident, het rollaterkabinet, het Wilderskabinet (door PvdA en GroenLinks) en het treffende ‘Witte oude mannenkabinet’ van VK-blogger Evelien Tonkens. Elseviers Syp Wynia (Nr. 41 2010) typeert het kabinet aardig als een ‘Team Leidse Alpha’s’: een elitaire universiteitsclub dus.
Onze favoriet is ‘Kabinet Dino I’. Alleen de aarde zelf is ouder dan dinosauriërs, veel verder kan je niet gaan (en waren die niet uitgestorven dankzij een tragische plotwending?). Hoewel, ‘mastodont’ is misschien nog wel de overtreffende trap, hoewel niet iedereen zal weten wat dat is, waardoor deze term weer minder geschikt is als beeldvormer.
Opvallende zwijger
In al dit imago-geweld houdt een opvallende speler zoveel mogelijk zijn mond over deze kwestie: Geert Wilders. In Nieuwsuur wordt hem weliswaar gevraagd naar zijn mening over de ministers (vindt hij het ook geen mastodonten?) maar hij komt niet verder dan ‘een enthousiaste en gemotiveerde ploeg’, van wie het ‘niet uitmaakt of ze Jantje of Pietje zijn, als ze maar het beleid uitoefenen’. Wijselijk houdt hij het bij ‘Kabinet Rutte-Verhagen’. Strategisch voor hem prima geregeld: laat de anderen maar met opties komen, dan kan hij later daaruit putten mocht dat nodig zijn. Hij hoeft dit kabinet niet te verdedigen, noch aan te vallen.
Plakkende namen met plakkende beelden
Het bedenken van zo’n naam, daar ziet iedereen de humor wel van in. Maar tegelijkertijd is de inzet behoorlijk groot. Een bijnaam is namelijk sterk beladen, met een eenvoudig te destilleren beeld. Hoe vaker zo’n beeld ingezet zal worden (de bijnaam ‘Paars’ is immers bekender dan haar voormalige leden bij de gemiddelde burger), hoe hardnekkiger deze zal plakken. Niet alleen de bijnaam plakt, maar zeker ook het bijbehorende sentiment. Dus Rutte zal moeten werken aan een sterk alternatief en dat naar zo veel mogelijk bondgenoten moeten propageren. Kabinet Dino I – bejaarden die al eeuwen rondrollateren op het Binnenhof – zou hem nog best wel eens tot slapeloze nachten kunnen drijven.
Deel dit artikel:
Andere artikelen

