Drieluik over vuurwerkframing deel 2: de framing rond gelukkig/helaas toch een vuurwerkverbod

nov. 19, 2021

Met een donkerrood gekleurde coronakaart van Nederland kwam het onderwerp toch weer ter sprake: een vuurwerkverbod. Er gebeurde veel in één week: eerst leek het er niet van te komen, er werd naar het OMT gekeken en toen kwam er toch een verbod. In dit tweede artikel van ons drieluik over vuurwerk blikken we terug op deze beslissing: hoe werd het geframed vanuit verschillende hoeken en wat is de impact van deze gang van zaken? Heb je de vuurwerkframes niet meer helemaal scherp? Lees ons eerste artikel dan hier terug. 


Van geen verbod naar toch wel

Het was een lastige beslissing voor het kabinet: verbieden of niet? En binnen welk frame moet dat verpakt worden? Vorige week bracht onder andere het AD het nieuws dat het kabinet ermee worstelde maar nog niet overtuigd was van een nieuw verbod. Dat klonk als volgt: ‘Volgens bronnen binnen het kabinet is de druk op de zorg nu minder hoog dan eind 2020. Toen was er een grote lobby vóór een verbod: van oogartsen tot politie. 'Nu hoor je ze niet', klinkt het. Daardoor vreest het kabinet dat de ‘stevige onderbouwing’ ontbreekt die bij de Europese Unie nodig is voor zo’n verbod’. Vuurwerkliefhebbers haalden opgelucht adem, maar dit bericht zorgde wel voor wat opgetrokken wenkbrauwen: wordt dit besluit genomen op basis van hoe hard erover geroepen wordt?


Het kabinet riep hulp in en het OMT werd om advies gevraagd. En dat kwam er. Of ja, niet echt. De NOS schreef: ‘Maar de experts kunnen geen uitspraak doen over het al dan niet instellen van een vuurwerkverbod, lieten ze weten. Of het nodig is om de zorg te ontlasten zou onderzocht moeten worden en het OMT beschikt niet over de relevante gegevens. Daarmee ziet het kabinet geen basis voor een verbod’. Oftewel: ze kunnen er weinig over zeggen. Opvallend: LNAZ-voorzitter Ernst Kuipers gaf in een briefing aan de Tweede Kamer aan dat vuurwerkslachtoffers geen grote belasting vormen voor de zorg. Het aantal is beperkt en ze blijven meestal maar kort in het ziekenhuis. Te doen dus. 


Maar daar kwam dan toch zowaar de ‘late lobby’. Burgemeesters schreven aan het kabinet een brief met het dringende verzoek om toch een vuurwerkverbod in te stellen. Ze schreven: ​​‘Het aantal coronabesmettingen is hoger dan ooit en stijgt nog altijd snel. Dit leidt tot een zeer grote druk op de ziekenhuizen, huisartsenposten en andere onderdelen van de zorgketen.’ En toen kwam er tóch een verbod.


De vuurwerkdiscussie blijft door de framing vanuit het kabinet binnen een perspectief van gezondheid. Het gaat dus niet over vervuiling, kosten of overlast. De keuze om een eventueel verbod te framen binnen een hele specifieke variant van het ‘Doden & gewonden’-frame is begrijpelijk. Nu meer dan ooit is de relatie tussen vuurwerk en gewonden een relevante. Door op één aspect in te zoomen, hangt de beslissing ook alleen op dat aspect. Maar het getwijfel over dit besluit geeft ook zuurstof aan andere interpretaties van deze beslissing, namelijk dat het kabinet beïnvloedbaar of onbetrouwbaar zou zijn. Zeker omdat er in het nieuws veel woorden als ‘overstag gaan’ en ‘zwichten’ werd gebruikt. 

Wat horen we bij de tegenstanders van een verbod?

Vorig jaar werd er fors gemord dat corona werd gebruikt als smoes om vuurwerk af te schaffen. Op Twitter kon je ook dit jaar in aanloop naar deze beslissing scepsis lezen of het kabinet misschien weer deze ‘smoes’ zou inzetten. Het is een frame waar veel wantrouwen achter zit: het kabinet zou niet transparant zijn over hun daadwerkelijke beweegredenen, wat die ook zouden zijn. Dat frame kan nu weer vrolijk van stal gehaald worden. Het feit dat het kabinet het eerst niet leek te willen maar uiteindelijk toch ‘overstag’ ging, zal dit frame alleen maar meer kracht geven. 


Naast dit negatieve frame komen op Twitter en op Nu.jij veelvuldig het ‘Verbod heeft geen zin’ en ‘Olie op het vuur’-frame voorbij: het handhaven lukt toch niet en zonder die uitlaatklep zal de sfeer alleen maar grimmiger worden. ‘Het gaat wel gevolgen krijgen: Vanaf morgen wordt er iedere zaterdagavond vuurwerk afgestoken in heel Nederland, er worden steeds meer acties opgezet. Handhaven is toch nauwelijks mogelijk’, schrijft bijvoorbeeld een Nu.jij-er. Een aantal mensen hanteert het ‘Betuttelende overheid’-frame. ‘Alles nemen ze je af. Je mag ook helemaal niks meer in dit land’, zien we op Twitter (inclusief een aantal krachttermen die we hier even achterwege laten). 


Ook komt aan bod dat het niet eerlijk is voor de branche: zij hebben net alles ingekocht met het idee dat het verkocht mocht gaan worden. Nu zitten ze er wéér mee opgescheept. Ook dat doet eerder af aan het beeld van een overheid waar je op kunt rekenen dan dat het er aan bijdraagt. Want al die ondernemers moeten nu ook weer gecompenseerd worden. Een enkeling verwijst naar wat prominente artsen zeggen. Zo schrijft iemand op Nu.jij: 'Diederik Gommers liet deze week weten dat er nauwelijks vuurwerkslachtoffers op de intensive care terechtkomen. En volgens Ernst Kuipers (Landelijk Netwerk Acute Zorg) komen gewonden door vuurwerk wel op de spoedeisende hulp terecht, maar leidt dit zelden tot ziekenhuisopname. Daarom vinden deze twee artsen een vuurwerkverbod onnodig.' Zo probeert men het vuurwerkverbod-om-de-zorg-te-ontlasten-frame te ontzenuwen. 

Wat horen we bij de voorstanders van een verbod?

Het valt op dat het overgrote deel van de voorstanders meegaat in het frame van de overheid: het ‘Doden & gewonden’-frame met nadruk op de corona-situatie en het ontlasten van de zorg. Volgens de voorstanders is een vuurwerkverbod broodnodig om ervoor te zorgen dat de ziekenhuizen die (volgens deze framegebruikers) nu al afstevenen op ‘code zwart’, niet nóg meer belast worden met gewonden die voorkomen hadden kunnen worden. In hun ogen was het in eerste instantie dan ook onvoorstelbaar dat het kabinet (met dezelfde cijfers) tot een andere conclusie leek te komen. Want hoe kun je enerzijds de coronamaatregelen verzwaren en anderzijds geen vuurwerkverbod invoeren? Dat het kabinet zich liet leiden door het OMT (dat geen advies kon geven vanwege een gebrek aan gegevens), vond deze groep dan ook totaal onbegrijpelijk: het getuigt van slecht bestuur dat ze niet het zekere voor het onzekere nemen. 



Ook hier is de basis weer: een onbetrouwbaar kabinet. Dit is een overkoepelend frame dat niet per se tot een vuurwerkverbod gelimiteerd is, maar dat we bij heel veel cases terugzien. Volgens de gebruikers van dit frame is het kabinet inconsistent met zichzelf en daarmee een onbetrouwbare partner. Er valt niet te bouwen op dit bestuur, want je weet nooit wat ze morgen zullen doen. Degenen die dit frame hanteren, laten zich daarbij voornamelijk leiden door ‘de cijfers’, bijvoorbeeld die van vorig jaar. Zo kwamen er bij de jaarwisseling van 2020 383 mensen binnen op de spoedeisende hulp en bij de huisartsenposten, terwijl het gemiddeld aantal gewonden in de jaren ervoor op ruim duizend ligt. Het kabinet wordt verweten de kop in het zand te steken en beslissingen te maken op basis van een halfbakken OMT-advies. In de venijnigste variant van dit frame is de overheid niet alleen onbetrouwbaar, maar wordt het OMT-argument gebruikt als dekmantel voor de echte reden, namelijk: het kabinet is te laf om knopen door te hakken. ‘Het kabinet liegt’, lezen we op Twitter. Een positief beeld is het niet. 

Tot slot

Aan beide kanten riekt het dus naar ‘onbetrouwbaarheid’. Enerzijds bij de voorstanders van een verbod toen het er nog op leek dat er geen verbod kwam. Men verweet het kabinet dat het OMT als dekmantel gebruikt werd om niet te hoeven ingrijpen. Anderzijds zien we, nu het verbod er toch van komt, de tegenstanders ook het kabinet onbetrouwbaarheid te verwijten: omdat men er ‘nu pas mee komt’, nadat handelaren groots hebben ingekocht, omdat het ‘wel mee zou vallen met de extra belasting van de zorg’ en ‘omdat het kabinet zwicht voor de lobby’. Hoe dan ook: dit getwijfel heeft een krasje opgeleverd. In het volgende artikel gaan we de praktijk in: wat kan je nu met deze kennis over vuurwerkframes?

Deel dit artikel:

Andere artikelen

17 apr., 2024
Het is feest! Komende vrijdag ontvangt onze oud-stagiair Iris van Weenen namelijk haar masterdiploma! Haar stage bij ons was onderdeel van haar masteropleiding Neerlandistiek en haar superinteressante scriptieonderzoek naar de overeenkomsten tussen talige en visuele frames heeft haar uiteindelijk dat felbegeerde papiertje van de Universiteit Leiden opgeleverd.
09 apr., 2024
Eerder schreven we al eens een artikel over hoe taal je denken beïnvloedt . De conclusie daarvan was: taal is verre van neutraal en heeft zelfs invloed op hoe je de wereld om je heen ervaart. Afhankelijk van de taal die je spreekt kun je bijvoorbeeld bepaalde kleuren beter zien, of onthoud je beter wie precies de schuldige was bij een ongeluk. De manier waarop je iets zegt, heeft effect op hoe we de wereld zien, wat we een logische vervolgstap vinden of wie we aanwijzen als probleemveroorzaker. Een nieuwe Duitse studie vond voor deze conclusie nieuw bewijs én laat zien hoe het invloed heeft op niet alleen ons heden, maar ook onze toekomst.
04 apr., 2024
Misschien dat je nooit in een verhitte online discussie terecht bent gekomen, maar ook in het ‘echte’ leven gebeurt het regelmatig dat we ons gelijk proberen te halen door meer en meer feiten over de ander uit te strooien of dezelfde feiten keer op keer te herhalen. Met toch vaak hetzelfde resultaat: de ander raakt niet overtuigd van jouw visie en sterker nog, hij (of zij) lijkt alleen maar meer overtuigd te zijn van zijn eigen, duidelijk verkeerde, standpunt. Frustrerend!
Share by: